Sint-Petersburg, een stad met een masker. - Reisverslag uit Sint-Petersburg, Rusland van Troy Wensveen - WaarBenJij.nu Sint-Petersburg, een stad met een masker. - Reisverslag uit Sint-Petersburg, Rusland van Troy Wensveen - WaarBenJij.nu

Sint-Petersburg, een stad met een masker.

Door: Troy van Wensveen

Blijf op de hoogte en volg Troy

12 Mei 2013 | Rusland, Sint-Petersburg

Na lang wachten was de dag die we wisten dat zou komen eindelijk daar! Op woensdag 24 april om 7 uur ’s ochtends stapten we eindelijk de bus in om op weg te gaan naar Rusland. Tot aan de douane verliep de reis erg voorspoedig. Bij de grens ontstond echter wel de realisatie dat we onszelf blij mogen prijzen dat we in de Europese Unie leven. En dat was niet de laatste keer dat we dat dachten.

Na ongeveer dertig keer ons pasport te hebben laten zien aan dertig verschillende in uniform geklede officieren, en na uren wachten in de bus, en na al onze bagage uit de bus te hebben gehaald en door verscheidene controle poortjes te zijn gelopen, en na het weer opbergen van alle bagage, na dat alles, vier uur later, mochten we eindelijk de grens oversteken en reden we Rusland in, op weg naar onze eerste bestemming: Pskov. In de middag kwamen we aan, waarna we onmiddellijk na het uit de bus stappen onze rondleiding kregen. Veel was er in Pskov niet te zien. Hoogtepunten waren een standbeeld van Lenin, en het Kremlin. Zoals we in Pskov te horen kregen is Kremlin niet de naam van “dat ene gebouw dat in Moskou staat” maar de Russische benaming voor een burcht, of ommuurde binnenstad. Met een standbeeld van Lenin en een Kremlin was Pskov dus een goed voorbeeld van de gemiddelde Russische stad.

Na een nacht geslapen te hebben in een hostel, vervolgden we onze weg naar de belangrijkste bestemming: Sint-Petersburg. De weg op zichzelf was al fascinerend. Voor zover dat waar we overheen reden ook daadwerkelijk een weg te noemen was. Het is waarschijnlijk voldoende om te zeggen dat er nog net wat asfalt om de gaten heen lag. Alhoewel deze rit vrij onbeschrijfelijk was ga ik toch een poging wagen. Stel je een gemiddelde Nederlandse 80-kilometer weg voor. Denk daar dan ongeveer om de meter op willekeurige plaatsen gaten in, die af en toe zelfs de luxe hadden gevuld te zijn met zand of grind. Denk nu de strepen op de weg weg. Langs de weg staan vooral bomen en om de 50 kilometer een paar vervallen houthakkershutjes waarvan je geen idee had of er ook daadwerkelijk nog mensen in leefden. Bij sommige waarvan het dak was ingestort kon je hier natuurlijk wel redelijk zeker van zijn, totdat je een hond voor de deur zag liggen slapen en je jezelf ging afvragen of er werkelijk mensen zich in zulke bizarre omstandigheden begaven. En dat 700 kilometer lang. Eén lange rechte weg. Als we dan al niet in de bus hadden kunnen slapen wegens het feit dat de chauffeur als een bezetene kriskras over de weg gaten probeerde te ontwijken en we heen en weer werden geschut als een pak yoghurt, dan was het wel vanwege de morbide fascinatie voor alles wat we om ons heen zagen. En weer ontstond de realisatie dat we onszelf blij mochten prijzen dat we in de Europese Unie leven. En dat was niet de laatste keer dat we dat dachten.
Voordat we aankwamen in Sint-Petersburg namen we een korte omleiding en werden we naar Pushkin gebracht, een klein dorpje waar de rijkere Russen hun vakantiehuisjes bezochten. Iets wat al voor langere tijd in de geschiedenis populair was in die plaats, want daar zagen we ook het zomerpaleis van Tsaar Peter de grote. Iets wat meteen opviel was de onverstelbare hoeveelheid goud die was gebruikt ter decoratie. Wachtend in de paleistuin op de gids, kwam het gevoel naar boven drijven dat we in de rij stonden om de droomvlucht in de Efteling te bezoeken. Letterlijk overal waar we keken zagen we beelden, schilderijen en versieringen in alle soorten en maten. Saillant detail was dat de haarden in het paleis ons even het gevoel gaven weer thuis te zijn. De haarden waren namelijk vanaf de vloer tot aan het plafond versierd met Delfts blauw. Tsaar Peter de Grote bleek namelijk fanantiek reiziger te zijn, en nam alle ideeën die hij onderweg in Europa tegenkwam mee terug naar Rusland om ze daar te introduceren. Het belangrijkste idee dat hij uit Nederland mee nam was natuurlijk niet dat van Delfts blauw, maar van de stad Amsterdam, die hij zo mooi vond dat hij een stad in Rusland heeft laten bouwen die geïnspireerd is door Amsterdam. Die stad werd later bekend als Sint-Petersburg. Nadat we als een stel kudde dieren door het paleis waren gedreven en rijkdommen van onvoorstelbare waarden te zien hadden gekregen vervolgden we onze reis.

Op donderdag avond, 25 april kwamen we aan in Sint-Petersburg. Eerst moesten we natuurlijk op de foto met Lenin standbeeld nummer drie, en na het oversteken van enkele grachten kwamen we aan bij het hostel waar we twee nachten zouden verblijven. De eerste dag in de stad bestond uit een rondleiding door het Hermitage museum, wat volgens de gids de grootste collectie aan kunst ter wereld bezat, na het Louvre. Het was inderdaad onwaarschijnlijk groot, en er hingen werken van alle schilders die je maar kunt bedenken, waaronder ook genoeg Nederlandse zoals Rembrand en van Gogh. Het museum was een nalatenschap van Tsarina Catherina de Grote, die de kunst als haar privé collectie bezat. Na het museum volgde nog een tour met de bus door de stad om verschillende toeristische hoogtepunten te zien. ’S Avonds werden we afgezet bij het theater om een Russische volkshow bij te wonen. Laten we maar zeggen dat het nogal anders was dan we gewend waren. Het waren echter niet de paleizen, burchten, theaters, shows of de kerken van goud waar ik het meest van onder de indruk was. Dat kwam namelijk pas de volgende dag.

Helaas kregen we de eerste dag in St. Petersburg het vervelende nieuws dat onze vriend Serkan naar het ziekenhuis was gebracht. Hij voelde zich ’s ochtends niet lekker en nadat de dokter was langs gekomen werd er besloten dat het beter was dat hij mee ging ter observatie. Omdat we de eerste dag een druk schema hadden besloten Zafer en ik om de tweede dag mee te gaan met onze gids om hem op te halen zodat we samen onze reis konden voort zetten naar Moskou. Maar wat ik daar aan trof ging alle verbeelding te boven. Probeer je het volgende voor te stellen. Je brengt de dag door in een stad die doet denken aan Disneyland Parijs, maar dan nog honderd keer zo groot. Werkelijk alle gebouwen zijn versierd met beelden en geverfd in allerlei kleuren. Nergens op straat is ook maar iets van afval te vinden, en alles is perfect schoon gemaakt. Je ziet paleizen en kerken waarvan de daken letterlijk van goud zijn gemaakt, en waarbinnen kunst is te vinden in onmogelijke hoeveelheden van onschatbare waarde. Dan neem je de metro naar het ziekenhuis. De stations zijn versierd met enorme mozaïeken op de muur en plafond en er branden lampen die hangen in kandelaars waarvan je dacht dat ze alleen in sprookjes voorkwamen. Vanuit het metrostation wordt er aan je verteld dat het nog ongeveer tien minuten lopen is naar het ziekenhuis. Hoe verder je loopt, des te meer de omgeving veranderd. Meer en meer gebouwen lijken vervallen. Er verschijnen gaten in de anders zo perfect bij gehouden weg. Hoe verder je loopt, hoe meer je het idee krijgt dat de gids waarschijnlijk de verkeerde kant oploopt. Na tien minuten staat ze stil voor een park met een groot ijzeren hek eromheen. In het park zie je enkele vervallen gebouwen staan waarvan de ramen eruit zijn. Lantaarnpalen in het park zijn kapot, de bankjes gebroken. De gids zegt: “We zijn er”. “Waar zijn we?” denk je dan. “Dit is het ziekenhuis”. En de verbazing slaat je om de oren terwijl je de gids volgt over het terrein van het ziekenhuis. Het enige wat je kan denken is: “Onmogelijk”. Terwijl je verder loopt krijg je het gevoel dat in de gebouwen om je heen experimenten met mensen worden uitgevoerd. De plek ziet eruit als een plaats die net een nucleaire oorlog heeft moeten doorstaan en waarvan je niet raar op zou kijken als er zich hier en daar een paar zombies schuil hielden. Voor de uit hun scharnieren gerukte deuren van sommige gebouwen staan mensen te roken. We worden meegevoerd naar een groten stalen deur, zonder ramen. De ingang. Het voelt alsof we een detentiecentrum worden binnengevoerd. Eenmaal binnen staat er een onverzorgde vrouw achter een balie. Ze schreeuwt iets naar ons in het Russisch en de gids verteld dat we 20 roebels moeten betalen voor schoenzakjes en een mondkapje dat we verplicht zijn te dragen omdat we anders de kans hebben om ziektes op te lopen. We mogen verder. We lopen trappen op en gangen door die in een slechtere staat verkeren dan het gemiddelde studentenhuis. De muren zijn geverfd in een kleur die ooit waarschijnlijk groen heeft moeten voorstellen, maar die nu op veel plekken is afgebladerd en er vies uitziet. Over de vloer nog maar te zwijgen. De gids wacht even om latex handschoenen aan te doen. Er zit namelijk bloed aan de deurklink. Normaalste zaak van de wereld. Bij het openen van de deur komt ons een gemixte geur van braaksel en uitwerpselen tegemoet. Ah, we zijn op de afdeling gekomen waar de patiënten verblijven. We lopen door een gang waar een man op een stretcher in het Russisch ligt te ijlen. Aan zijn persoonlijke eigendommen te zien (een paar vieze kleren, een pakje sigeretten en een blikje bier) ligt hij hier al een tijdje. Een paar gangen verder komen we eindelijk bij de kamer van Serkan. Hij ligt op een kamertje van drie bij vijf die gedeeld wordt door vier andere patiënten op goedkope campingbedjes. Hij is erg blij ons te zien, wat ik niet erg verassend vind als ik zijn omgeving mag beoordelen. Ook hij was geschokt vanwege de bizarre leefomstandigheden in het ziekenhuis, maar hij zegt dat hij nog geluk heeft gehad. Dit is namelijk een van de beste ziekenhuizen van Rusland. Hij verteld ook nog over zijn bedlaken, waar nog een oude bloedvlek inzat en over de wc, die gedeeld wordt met de hele ziekenhuisafdeling, nooit wordt schoongemaakt, en waar een plank hangt waarop alle potjes met poep en plas worden bewaard. Ik moet zeggen dat Serkan er niet veel beter uitziet, al dan niet slechter, dan het moment waarop hij naar het ziekenhuis ging. En dat is niet verassend. Mensen komen niet naar deze plek om beter te worden. Ze komen hier om te sterven.

Dat was Rusland, een land met twee gezichten, die zoveel van elkaar verschillen dat het onwerkelijk is. Plekken waar toeristen komen laten een rijkdom en welvaart zien van onschatbare waarde, terwijl de eigen bevolking grotendeels onder de armoedegrens leeft en bijna geen gebruik kan maken van sociale voorzieningen. Nogmaals ontstaat de realisatie dat we onszelf blij mogen prijzen dat we in de Europese Unie leven. Ik ben blij dat ik Rusland gezien heb. Het is ook zeker de moeite waard en zeer fascinerend, maar naar dit land hoef ik nooit meer terug.

  • 12 Mei 2013 - 14:53

    Cora Van Hattum:

    hoi troy.
    onvoorstelbaar dat er zo
    veel verschillenzijn in een land.
    ik vond het een mooi verslag om te lezen.
    het is wel heel bijzonder om dat allemaal mee te maken!!!!!!!!!!!
    nog veel succes met de studie.
    nog een week of zes,en dan zien we je weer.fijn hoor.
    liefs van omsxxxx

  • 15 Mei 2013 - 22:56

    Gertjan:

    Judith is er ook geweest met haar vader (zaliger)

    Ze hadden een hele goede gids die ze feilloos om de smerigheid heen leidde. Heb je nog Russen horen zingen ? Kerkliederen ?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Troy

Ik ga vijf maanden studeren in Litouwen. Voor geintresseerden in Nederland zal ik mijn best doen om zoveel mogelijk een reisverslag bij te houden voor zover ik tijd en zin heb.

Actief sinds 29 Jan. 2013
Verslag gelezen: 1369
Totaal aantal bezoekers 4467

Voorgaande reizen:

01 Februari 2013 - 01 Juli 2013

Studeren in Litouwen

Landen bezocht: